Ons luchtkasteel is al in de wolken en daarom heeft onze vrijstaat geen behoefte aan een staatsgodsdienst.
Een ieder mag individueel en in besloten kring geloven wat hij of zij wil, maar er is een strikte scheiding tussen privé, staat en openbaar.
Er bestaan naast de godshuizen zelf dan ook geen verenigingen, scholen etc. op basis van welke godsdienst dan ook. Op scholen mag wel, op basis van vrijwilligheid, les gegeven worden in godsdienst.
Het is niet toegestaan om actief te werven voor een godsdienst. Dus geen geleur langs de deur.
De religieuze genootschappen betalen belastingen over hun bezit.
Er zijn geen geboden of verboden vanwege religieuze regels meer. Iedereen is vrij te geloven wat hij of zij wil, maar moet anderen daarin ook vrij laten. Het weekend bestaat nog wel, maar vooral om aan te geven dat deze twee dagen 'anders' zijn dan de andere vijf dagen die worden gezien als primaire 'werk' dagen waarin meer vrijheid is om zakelijk actief te zijn.